Om kansrijke concepten en oplossingsrichtingen in de praktijk uit te proberen en daarvan te leren, zetten we naast gangbare kwalitatieve methodologie ook reflexieve monitoring instrumenten in. Voorbeelden van instrumenten uit de ‘ Reflexieve Monitoring in Actie’ (RMA) zijn de Dynamische Leer Agenda (DLA), ‘eye opener’- en tijdlijn-workshops. [van Mierlo 2010]. Deze instrumenten helpen leervragen te specificeren, actielijnen uit te stippelen, praktijkexperimenten uit te voeren en daarop op te reflecteren. Zo wordt stapsgewijs inhoud gegeven aan een gezamenlijk leer- en veranderproces. ‘Wat hebben we gedaan?” Waar heeft dit toe geleid?’ ‘Welke succeservaringen kunnen we vieren?’ ‘Met welke dilemma’s en hindernissen worden we geconfronteerd?’ ‘En hoe die weer aan te pakken?” De reflexieve monitoring instrumenten helpen participanten in het actieonderzoek de dilemma’s en hindernissen, die in de weg zitten, als nieuwe uitdagingen op te pakken. ‘What’s in the way, becomes the way!
(2020-2022)
Samenwerkingspartners: WIJ-Groningen, Bedrijfswetenschappen (RUG), Ruimtelijke wetenschappen (RUG);.
Projectmanager: Marjolein van Offenbeek, m.a.g.van.offenbeek@rug.nl; Procesbegeleiders: Jouke Janze, jouke.janze@ wij.groningen.nl; Ieke Ploeger, Ieke.poeger@wij.groningen.nl; Evert Dagelet, evert.dagelet@wijgroningen.nl. ; Adviseurs: Ant Lettinga, a,t,lettinga@umcg.nl: Erik Buskens, e.buskens@umcg.nl; Louise Meijering, l.b.meijering@rug.nl ; Onderzoeker: Martian Slagter, m.slagter@rug.nl.
Dit actieonderzoek zoekt samen met een groep wijkprofessionals en bewoners naar meer eenvoud, samenhang en maatwerk in de ondersteuning van jongeren in kwetsbare situaties. Door extreme regel- en verantwoordingsdruk en daarmee samenhangende tijdrovende administratie ervaren wijkprofessionals weinig ruimte voor laagdrempelige ondersteuning van jongeren. Omdat de logica van het hulpsysteem leidend is, krijgt het verhaal achter de probleemsituatie weinig aandacht. Het systeem dwingt professionals tot enkelvoudige en snelle doorverwijzingen, zo bleek uit het actieonderzoek van ‘Vinken naar Vonken’. Hoge ‘case loads’ en urgentie van individuele hulpvragen laten verder weinig ruimte voor teamreflectie en praktijk experimenten met andere manieren van denken en (samen)werken..
In dit nieuwe actieonderzoek verschuift een groep professionals uit 3 wijkteams hun focus van controleren of ze aan de regelgeving voldoen naar het oprekken van (systeem)grenzen in wijkgericht (samenwerken). Al-doende-lerend pionieren ze ter plekke met flexibele inzet van nieuwe inzichten en vaardigheden op en over grenzen van beroepsrollen (opbouwwerker, straatwerker, gezinsbegeleider), domeinen (woon, onderwijs, sport) en hulpsystemen heen. In een stapsgewijs en cyclisch leerproces van samen doen, reflecteren en verbeteren werken deze ‘baanbrekende’ professionals samen met jongeren en onderzoekers aan een ondersteuningspraktijk, die past bij hoe jongeren zelf over hun leven en ‘toekomstige zelf’ praten. Daarbij richt het onderzoek zich op 3 actieplekken:
1. Een straat als actieplek (procesbegeleider Evert Dagelet): Wij-medewerkers experimenteren in een multi-probleem straat met het concept van ‘straatgeneralist’ om versnippering en stapeling van het ondersteuningsaanbod in de straat te reduceren.
2. Een school als actieplek (procesbegeleider Ieke Ploeger): Wij-medewerkers experimenteren vanuit de school als plek in de wijk met het ‘Home & Place making’ gedachtegoed op en over grenzen van beroepsrollen heen.
3. Een voetbalclub als actieplek (procesbegeleider Jouke Janze): Straatcoaches pionieren met ‘grenzenwerk’ door in hun interventies bij jongeren een breed palet aan (on)veilige plekken te betrekken. Het gaat om jongeren die in een onveilige omgeving wonen en door incidenten de sportclub als relatief veilige plek dreigen te verliezen., Jouke Jnaze
Samenwerkingspartners: WIJ-Groningen, UMCG, Meerperspectief en RUG.
Projectmanager: Ant Letting, a.t.lettinga@umcg.nl; Procesbegeleider: Martian Slagter, info@meerperspectief.nl; Verbinder: Roos van Veen, roos.van.veen@wij.groningen.nl; Adviseurs: Louise Meijering, l.b.meijering@rug.nl; Erik Buskens, e.buskens@umcg.nl.
Samenvatting: WIJ-Groningen staat voor een grote veranderopgave. Aan wijkprofessionals wordt gevraagd zelf te kantelen, de bewoners (en hun omgeving) te stimuleren mee te kantelen en daarin eigen team en samenwerkingspartners mee te nemen. Niet protocollen en regels zouden hierin leidend moeten zijn, maar de inzichten van de WIJ-medewerkers zelf samen met die van de bewoner(s).
De organisatie vraagt haar wijkprofessionals anders te denken en te doen, lef te tonen en in te zetten op een samenleving die problemen zoveel mogelijk zelf oplost en alleen ondersteuning biedt als dat nodig is. Dit houdt in dat wijkprofessionals moeten leren bekende kaders en werkwijzen los te laten en met nieuwe in de praktijk te experimenteren. De opgaaf is dus complex en moeilijk. Vooral ook omdat een verbindend conceptueel kader ontbreekt.
Het actieonderzoek ‘Van Vinken naar Vonken’ biedt een verbindend sociaal-ruimtelijk kader, ‘Home & Place-making’, waarmee over grenzen van bestaande werkwijzen en beroepsrollen heen met kansrijke en meer samenhangende ondersteuningsvormen in de praktijk kan worden geëxperimenteerd
Leertrajecten:
Samenwerkingspartners: Meerperspectief, Merkelijn Coaching, MEE Groningen, Noorderbrug, Revalidatie Friesland, Thuiszorg Noord Nederland, WIJ-Groningen, Zorggroep Meander, RUG (Ruimtelijke Wetenschappen), UMCG (Epidemiologie), WUR (Kennis, Technologie en Innovatie).
Projectmanager: Ant Lettinga (UMCG), a.t.lettinga@umcg.nl;
Onderzoeker: Louise Meijering (RUG), l.b.meijering@rug.nl;
Reflexieve Monitor: Barbara van Mierlo (WUR)
Procesbegeleider: Martian Slagter, info@meerperspectief.nl;
Ervaringsdeskundige: Ellis Merkelijn, info@merkelijncoaching.nl;
Samenvatting: Ondanks multidisciplinaire behandeling in de kliniek speelt achter voordeuren van mensen met ‘Niet Aangeboren Hersenletsel‘ (NAH) veel onbegrepen leed af. Door onzichtbare, cognitieve problematiek vallen NAH-getroffenen in onze participatiesamenleving gemakkelijk tussen wal en schip. Eenmaal thuis is het lastig passende hulp te vinden, omdat voor stukjes problematiek verschillende loketten, vakdisciplines en betaaltitels zijn. Onduidelijk is wie aanspreekbaar is op het geheel. Er is behoefte aan 1 centrale figuur en verbindende theorie.
Samen met ervaringsdeskundigen en beroepskrachten werkzaam in het zorg en sociaal domein is in dit actieonderzoek met inzet van sociaal-ruimtelijke theorie een ‘Home & Place making’ (H&P)-methodiek ontwikkeld. De focus verschuift daarbij van een lichaam met beperkingen in klinische omgeving naar een netwerk van belangrijke plekken in de thuisomgeving van NAH-getroffenen. Om verschillende domeinen en organisatielagen bij dit leer- en veranderproces te betrekken, zetten we vernieuwende methodes van monitoring en evaluatie in, zoals de dynamische leeragenda en tijdlijn workshops [van Mierlo 2010]. Ook betrokken we meerdere organisaties in de Noordelijke regio en een bredere groep NAH-getroffenen in het actieonderzoek om zo een meerlagig leer- en veranderproces in gang te zetten. De doelgroep bestond uit NAH-getroffenen die zowel de revalidatieroute als de verpleeghuisroute en de zij-instroomroute naar huis volgden.
Leertrajecten:
(2012-2017)
Samenwerkingspartners: UMCG-Centrum voor Revalidatie, Centric, Wildsea, Ruimtelijke wetenschappen
Projectleider: Ant Lettinga, a.t.lettinga@umcg.nl
Procesbegeleider: Anja van der Heide, a.d.van.der.heide@umcg.nl;
Onderzoekers: Christa Nanninga christananninga@hotmail.com; Judith Feiken j.f.feiken@umcg.nl
Coach-de-coach: Sietske Jans s.jans@super-u.nl; Adviseur : Louise Meijering, l.b.meijering@rug.nl.
Samenvatting: ‘Rehab-4-Life’ richt zich op een groep kwetsbare mensen die door een beroerte of ongeval plotseling met de (on)zichtbare gevolgen van hersenletsel wordt geconfronteerd. Het zijn mensen die door cognitieve beperkingen op eigen kracht zelf moeilijk de regie kunnen pakken. Dit betekent dat mantelzorgers vaak moeten bijspringen en een groot risico lopen ook overbelast te raken. Vaak verzanden getroffenen en hun mantelzorgers in een doolhof van loketten, partijen, regels, protocollen en instanties. Niemand lijkt aanspreekbaar op het geheel.
Het actieonderzoek ‘Rehab-4-Life’ wil de revalidatiezorg voor mensen, die door hersenletsel getroffenen zijn, op een meer slimme, efficiënte en humane manier tot in de eigen leefomgeving organiseren. Het experimenteert in de praktijk met nieuwe technologie, combinatiefuncties en vernieuwende zorgpraktijken. Het verbeteren van de revalidatiezorg vanuit de behoeften en ervaringskennis van getroffenen en hun naasten staat hierbij centraal [Nanninga 2021; Lettinga 2016]
Leertrajecten:
(2010-2012)
Samenwerkingspartners:Fysiotherapeuten, ergotherapeuten en revalidatieartsen werkzaam in het neuro-revalidatieteam van het UMCG-Centrum voor Revalidatie.
Projectleider: Ant Lettinga (UMCG-Centrum voor Revalidatie), a.t.lettinga@umcg.nl
Onderzoeker: Christa Nanninga (UMCG-Centrum voor Revalidatie) christanananninga@hotmail.com
Samenvatting: Hoe komt het dat het geleerde in de kliniek zo moeilijk beklijft in de thuissetting als CVA-patiënten na opname in een revalidatiecentrum naar huis gaan? En hoe kunnen we de transfer van de klinische setting naar de thuisetting met beschikbaar wetenschappelijk bewijs verbeteren? Deze vragen van revalidatieprofessionals vormden de aanleiding van het actieonderzoek, waarin ‘evidence’ voor ‘Early Supported Discharge’ voor CVA-patiënten met milde beperkingen werd toegesneden op de behoeften van CVA-patiënten met ernstige beperkingen opgenomen in het Centrum voor Revalidatie. Fysio- en ergotherapeuten experimenteerden met hulp van onderzoekers in een vroeg stadium met het toepassen van ‘Gecombineerde Klinische Thuisbehandeling’. De revalidatieprofessionals waren enthousiast over het gecombineerd behandelen van CVA-patiënten in de klinische en thuisetting. Maar praktische en organisatorische obstakels stonden structurele implementatie in de weg [Nanninga, e.a. 2015].
Leertrajecten:
1. Evidence-based practice: onderzoeken van successen en belemmeringen van ‘evidence-based’ onderzoek voor neuro-revalidatiepraktijk [Nanninga 2021; Lettinga & Mol 2002].
2 ‘Gecombineerde Klinische Thuisrevalidatie’: experimenteren met integreren van professionele en ‘evidence-based’ kennis in verbeter- en implementatietrajecten [Nanninga, e.a 2015].